Op weg naar Santiago

In oktober 2015 besloot ik samen met mijn hardloopmaatje Jolande om samen naar Santiago in Noord Spanje te gaan lopen.  Anderhalf jaar hadden we om ons voor te bereiden op deze tocht van ongeveer 2500 km. We gingen praten met mensen die deze tocht gelopen hadden, geheel of gedeeltelijk. We werden lid van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob, waardoor we ook de nodige informatie verzamelden. We gingen naar de landelijke dag. We lazen boeken over deze pelgrimstocht. We wandelden samen op vrijdag en af en toe nog een langere afstand op zondag. De laatste maanden liepen we met bepakking om ook daar vast aan te wennen en onze rugspieren te versterken.
En dan is het zover, 31 maart jl. vertrok ik vanaf de Groeskuilen. Een groot gezelschap was er ’s morgens om me uit te zwaaien, wat erg leuk en verrassend was. Jolande wilde eveneens vanuit huis vertrekken en dus troffen we elkaar op de Rooije-Hoefsedijk om van daaruit samen verder te lopen. Onder een stralend zonnetje gingen we zo beginnen aan onze camino.
Op vrijdag liepen we tot Neerkant en op zaterdag waren we in Roermond. Op zondagmorgen woonden we een mooie dienst bij in Roermond, waarna alle pelgrims van dit jaar gezegend werden. Hier troffen we nog wat bekenden die eind mei vanaf Spanje gaan lopen naar Santiago en ook hier de zegening ontvingen. Zo gingen we via Thorn naar Maaseik in België en trokken we verder naar Frankrijk.
Elke dag weer een slaapplek zoeken en vinden. Waar kom je terecht. En wat als het niet lukt. Maar daar maak je eigenlijk helemaal niet druk om. Het lukt iedere keer. En heb je niets, dan stap je een plaatselijke kroeg binnen et voila zomaar een spontaan aanbod. Bijzonder hoe gastvrij mensen zijn.  Buiten het slapen koken ze ook nog lekker voor je.  De schelp op je rugzak doet wonderen en maakt je als pelgrim herkenbaar. Auto’s stoppen, chauffeurs stappen uit en spreken je aan en zijn geïnteresseerd in waar je naar toe gaat. Als je dan zegt dat je naar Santiago gaat krijg je een applaus, chapeau, amai van hieruit? Geweldig.
De tocht brengt je door bossen, over graspaden, langs watertjes en kabbelende beekjes, tussen koolzaadvelden en wijnranken door. Klimmend en dalend over en door de mooiste plekjes. Overstekende reeën, eekhoorntjes, meelopende koeien in de wei en vlinders die om je heen fladderen alsof ze je de weg willen wijzen.  Kleine dorpjes waar je geen mensen tegen komt of ziet, maar alleen blaffende honden hun aanwezigheid laten horen. Eerlijk gezegd ben ik blij dat ze achter een hek zitten.  Winkels zijn er niet, dus moet je zorgen dat je proviand bij je hebt. Gemeentehuizen lopen we binnen, de deur is open maar niemand te zien. We picknicken dan in een vergaderkamer, niemand ziet of vraagt iets. Alsof dat hier allemaal zo gewoon zou zijn, in Frankrijk dus wel.  We komen in steden als Reims, Troyens en Vezelay.  Bezoeken hun mooie kathedraal en de basiliek van Vezelay. We ontmoeten steeds meer pelgrims zowel uit Nederland als Belgie, Duitsland en zelfs Brazilie.  Bij een overnachting in Anglure komt de gastvrouw met het gastenboek en een krantenknipsel van vorig jaar. Op de foto herken ik Janny, die vorig hier ook geslapen heeft.  We slapen in kloosters, refugo’s, bij particulieren, bij mensen die zelf gelopen hebben en nu onderdak bieden aan pelgrims. Hopelijk kunnen we dat zo houden! We hebben dus niet te klagen. Inmiddels hebben we ruim 1000 km achter ons en al meer dan 1/3 van de tocht gehad. We beseffen ons dat het een gunst is dit te mogen en kunnen doen. Het is een mooi avontuur dat ik niet had willen missen.
Groetjes Ans Jacobs en Jolande Spierings